De skeletresten gebruikt voor dit fysisch antropologisch onderzoek zijn menselijke skeletresten afkomstig van het Sint Janskerkhof in Den Bosch. De Sint Janskerk neemt met zijn Middeleeuwse bebouwing en zijn kerkhof in de stad Den Bosch een belangrijke plaats in. De opgravingen zijn in 1984 door de gemeentelijke dienst uitgevoerd onder grote tijdsdruk. Alle opgravingen moesten namelijk in een tijdsbestek van 6 weken plaatsvinden. Er waren naar schatting zo'n 3000 tot 4000 exemplaren aanwezig, maar omdat er 1 dag per exemplaar nodig zou zijn is er gekozen voor een steekproef uit de bovenste laag (80-100 cm), middenin en de onderste laag (im onder het bovenste vlak). Uiteindelijk zijn er 421 begravingen geïdentificeerd en geborgen. Uit archeologische datering o.a. m.b.v. scherven is af te leiden dat de mensen begraven zijn vanaf de Middeleeuwen en 1858. Deze datering is echter wel moeilijk, omdat het hier een drukbezocht kerkhof betreft. Het kerkhof is in 4 gedeelten te verdelen (zie figuur). Nummer 1 is het zuidelijke deel van het kerkhof en dit was het chique gedeelte. Nummer 2 ligt noordelijker en tegen de kerk aan en dus een iets goedkoper gedeelte. Nummer 4 is een gedeelte dat maar tot 1664 gebruikt is i.v.m. een pestepidemie. De opgravingen hebben plaatsgevonden in gedeelte nummer 3. Dit gebied betreft het armere gedeelte van het kerkhof. Er liggen allerlei soorten mensen begraven, zoals weeskinderen, militairen en bedelaars. Dat het hier om de armere klasse gaat is mede af te leiden aan het feit dat er kistresten van zilverspar en fijnspar aangetroffen zijn. Dit zijn de kisten van het allergoedkoopste hout. | 3 |
Opvallend is de trapezische vorm van de kisten en dat deze om en om begraven zijn om zo weinig mogelijk ruimte in beslag te nemen. Er is geen duidelijke concentratie wat kinderen betreft, deze liggen gewoon tussen de volwassenen begraven (zie fig. op blz. 5). Het Sint Janskerkhof is sinds 1810 een katholiek kerkhof. Passend hierbij zijn de vele skeletten, ongeveer 80%, waarbij rozenkransen en bedevaartmedailles gevonden zijn. Een aantal skeletten vertonen sporen van sectie, zoals doorgezaagde schedels en benen. In de "Vroeg moderne tijd" werd alleen sectie verricht op geesteszieken, zieke militairen en zelfmoordenaars. De datering van de door ons onderzochte skeletten is van ongeveer 1800 tot 1858. Het doel van dit fysisch antropologisch onderzoek is om van de acht skeletten het geslacht, de leeftijd, de lengte, de gebitstoestand en eventuele pathologie te bepalen en aan de hand hiervan te bekijken of het mogelijk is ze te vergelijken met andere populaties. Hier kan dan misschien een conclusie aan verbonden worden over bepaalde gemeenschappelijke kenmerken van mensen uit die tijd. | 4 |